Vrijheid van onderwijs en de godsdienstige invulling daarvan

Vrijheid-van-Onderwijs
Vrijheid van onderwijs en de godsdienstige invulling daarvan

Laat ik beginnen met het ultieme Nederlandse principe “vrijheid van onderwijs“, vastgelegd in artikel 23 van de grondwet. Ik heb wel eens aan buitenlandse vrienden gevraagd, waar men dan aan denkt. Meestal krijg je dan een opsomming van waardevrije en onafhankelijk ingevulde uitspraken. Men denkt dan aan het volgende: Iedereen kan onafhankelijk onderwijs volgen, waarin de gemeenschappelijke culturele waarden van de samenleving worden overgedragen. Daarbij gaat men uit van het principe, dat dit onderwijs voor iedereen gelijk is en dat het onderwijs er is voor kinderen, jongeren en volwassenen. En dat de lerende met de te verworven kennis alle mogelijkheid krijgt om zich in de maatschappij als persoon te kunnen ontplooien, zich te ontwikkelen en te participeren.

In de Nederlandse maatschappelijke situatie wordt met “vrijheid van onderwijs” totaal wat anders bedoeld, namelijk de mogelijkheid om op grond van een godsdienst en/of levensovertuiging een eigen school te stichten, bekostigd door de overheid. Onder andere op de twee principiële waardes van onafhankelijkheid en gelijkheid wordt hiermee de onvrijheid van staatswege ondersteund. Het Nederlandse maatschappelijk bestel ondersteunt kwalitatieve ongelijkheid in het onderwijs. Men erkent namelijk, dat er vanuit dogmatische, eenzijdig godsdienstige benadering onderwijs wordt gegeven en het schoolbestuur krijgt hiervoor overheidsfinanciering. Vanuit een bepaalde visie wordt dan afhankelijk, gestuurd onderwijs gegeven. Hierbij kunnen wetenschappelijk geborgde theorieën buiten het onderwijs curriculum geplaatst worden, als deze niet stroken met de dogmatische geloofstheorie van het schoolbestuur en de leiding.

Laten we eens kijken we naar verdeling van de ongeveer 10.000 onderwijsinstellingen in Nederland van het Basisonderwijs tot en met het Hoger/Universitair onderwijs. We constateren, dat 52% zijn gegrond op godsdienstige basis en 48% van de instellingen op openbaar en/of algemeen bijzondere grondslag. Kijken we dan in het bijzonder naar de godsdienstige onderverdeling van de onderwijsinstellingen, dan komen we tot een volgende indeling: 25% zijn katholieke scholen; 23,7% zijn protestants-christelijke scholen; 2,7% zijn zwaar gereformeerde, evangelische scholen; 0,6% zijn Joodse, Islamitische en Hindoestaanse scholen.*

In hoeverre kun je hierbij nog spreken van een afspiegeling van de maatschappelijke werkelijkheid, als we dit afzetten tegen de verkiezingsuitslag van 9 juni 2010 ? Het CDA, CU en SGP haalden 28 zetels ofwel een vertegenwoordiging van 18,6%, terwijl we met 52% godsdienstig gegrondveste scholen te maken hebben.

  • Daar worden wij vanuit ons Rederijk Atheïstisch Seculiere perspectief niet blij van!
    Alleen al daarom is het gewenst om deze bekostiging op grond van artikel 23 te verwerpen.

Laten we nog eens kijken naar het conceptregeerakkoord, waarin uitdrukkelijk artikel 23 van de grondwet wordt bekrachtigd. Er mag niet aan worden getornd volgens de regeringspartijen VVD & CDA, maar er vindt wel nader onderzoek plaats naar de zogenaamde zwakke islamitische scholen (54 van de 7000 basisscholen; zijnde 0,8%). Wederom een stigmatiserende focus op een hele specifieke groep binnen het onderwijs. Daarnaast moeten alle openbare scholen volgens de wet toegang geven aan kinderen van alle godsdiensten, gezindten en levensovertuigingen. Terwijl de bijzondere scholen op basis van hun godsdienst en/of levensovertuiging kinderen van een andere godsdienst kunnen weigeren.

Je kunt je dus afvragen, in hoeverre er nog sprake is van Scheiding van kerk en staat. Hier wordt met overheidsgeld de secularisatie van de samenleving tegengegaan. Als Atheïstisch Seculiere Partij staan we kritisch tegenover het grondwetsartikel 23.

Wat heb je aan vrijheid van onderwijs met bekostiging van godsdienstig onderwijs, die daarmee hun privileges buiten de maatschappelijke werkelijkheid uitoefenen?

Hans de Vries,
14 oktober 2010

* De aangehaalde cijfers en percentages zijn afkomstig van VKbanen/Onderwijs en het CBS Onderwijsjaarcijfers 2009.
Herplaatst en aangepast (13 augustus 2014)

 

Plaats een reactie

Controle Spambot * Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.