Algemene standpunten

Een seculiere samenleving biedt iedereen de individuele vrijheid om als vrijdenkend en zelfstandig handelend mens zonder overheids- en geloofsbetutteling zijn eigen keuzes te kunnen maken zonder daarbij anderen te schaden en zo bij te dragen aan de samenleving. Dit liberale principe werd al in 1859 in het boek On liberty (Over vrijheid), geschreven door de filosoof John Stuart Mill, verkondigd. Mill betoogde dat vrijheid maximaal moet zijn. De grens ligt echter daar waar de vrijheid van het individu schade toebrengt aan anderen.

Een seculiere samenleving gaat uit van de gelijkwaardigheid van ieder mens. De persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid van iedereen gaat uit van solidariteit met de medemens en met behoud van natuur en milieu. Scheiding van staat en religie is voor de ASP (Atheïstisch Seculiere Partij) een politieke richtlijn waarbij er op geen enkele wijze een verbinding en/of afhankelijkheid kan bestaan tussen de (gemeentelijke) overheid en religieuze instellingen. Religieuze instellingen zijn uiteraard toegestaan maar moeten zich wel zelf financieel bedruipen en mogen geen overlast veroorzaken in de publieke ruimte. In de openbare ruimte dienen geen privileges voor welke godsdienstige, levensbeschouwelijke of ideologische groepering dan ook te bestaan. Geloofsprivileges vertroebelen de scheiding tussen overheid en religie.

Om het bovenstaande te verduidelijken wordt hieronder een aantal praktische zaken opgesomd. Het betreffen privileges die wettelijk zijn geregeld en die religieuze instellingen en/of personen betreft. Aan al deze privileges zijn kosten verbonden die ook door een grote meerderheid aan inwoners, die uit niet religieuzen bestaat, moet worden opgebracht.

Hieronder een opsomming van religieuze privileges waar wij tegen zijn:

  • Bijzonder geloofsonderwijs wordt bij wet gesubsidieerd.
  • Christelijke feestdagen dienen geëerbiedigd te worden.
  • Op basis van hun levensovertuiging hoeven ambtenaren op zondag niet te werken.
  • Geestelijke verzorging in instellingen zoals het leger en in ziekenhuizen, is bij wet geregeld.
  • Openbare scholen dienen godsdienstonderwijs te faciliteren indien daar behoefte aan bestaat.
  • Religieuze instellingen worden van staatswege gesubsidieerd. Energiebelasting kan worden teruggevorderd en deze instellingen zijn vrijgesteld van onroerendezaakbelasting (OZB).
  • Het ritueel slachten van dieren en het besnijden van jongetjes is bij wet toegestaan voor joodse en islamitisch gelovigen.
  • Leerplichtige kinderen mogen schoollessen missen vanwege de geloofsovertuiging van hun ouders.
  • Militaire gelovige ambtenaren hoeven in principe niet op zondag te werken.
  • In de winkeltijdenwet is het, op uitzonderingen na, door de gemeenteraad verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben op zondag, op nieuwjaarsdag, goede vrijdag na 19 uur, op tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, 24 december na 19 uur, op eerste en tweede kerstdag en op 4 mei na 19 uur. Sinds juli 2013 kan de gemeenteraad besluiten tot ontheffing van de zon- feestdagensluiting door zelf te bepalen welke vrijstellingen er gelden.

De bovenstaande opsomming komt voort uit 60 zogenoemde ‘religiante’ wetsartikelen. Dit zijn wetsartikelen waarin nog steeds een koppeling wordt gemaakt tussen staat en religie. Voor de ASP is dit mede een reden om (uitsluitend) openbaar onderwijs te propageren voor alle kinderen in Deventer. Landelijk probeert de ASP deze 60 wetsartikelen aan de kaak te stellen zodat, ook ondersteund door de wet, daadwerkelijk een seculiere samenleving kan worden bewerkstelligd.

<< Vrijheid van meningsuiting |   | Gemeenteraad en lokale overheid >>