Geen religieuze colportage bij een openbare instelling die neutraal dient te zijn.

Het Nederlandse college van de mensenrechten tolereert religieuze uitingen bij het uitoefenen van een neutraal geachte overheidsfunctie. Een moslima krijgt het privilege om als politieagente in uniform in contact met andere burgers haar geloofskledingstuk te mogen dragen. In een seculiere samenleving dient de scheiding van staat en kerk, zeker binnen een overheidsorgaan dat gezag dient uit te stralen, vrij te zijn van willekeurig welke geloofsuiting dan ook.

Lees meer

Stop met de door religie opgelegde vrije dagen

Stop met het cultuur-relativistisch denken, kies voor religieus neutraal.

We kennen in Nederland minder vrije dagen dan in de meeste andere Europese landen. Die vrije dagen die we hebben zijn door het christelijk geloof bedachte dagen zoals Pasen, Pinksteren, Hemelvaartsdag en de Kerstdagen. Drie remonstrantse theologen stellen nu voor om de tweede pinksterdag in te ruilen voor een vrije dag met het Suikerfeest. Wat is dit voor een ridicuul multiculturalisme? Blijkbaar proberen religieuze minderheden onverminderd hun bizarre vieringen op te dringen aan de ongelovige meerderheid.

Het is onbegrijpelijk en onwenselijk dat in een seculiere samenleving geloofsrituelen in de vorm van verplichte vrije dagen worden opgelegd. Het is zelfs zo erg dat basisscholen onder cultuur-relativistische druk feesten, dansen en muziekvoorstellingen aanpassen om de tere ‘geloofszieltjes’ van kinderen maar niet te kwetsen. Waar zijn we tegenwoordig mee bezig?

Lees meer

Openbaar onderwijs is religieus neutraal

Scheiding van overheid en religie is ook scheiding van onderwijs en geloof

Al het onderwijs wordt openbaar en is voor iedereen vrij toegankelijk. Voorwaarde is dat dit onderwijs wetenschappelijk geborgd is. Het uitsluitend openbaar onderwijs is religieus neutraal en biedt ieder kind, iedere tiener, adolescent, jongvolwassene en volwassene een kwalitatief fundament om als burger deel te kunnen nemen aan de samenleving. 

Uitsluitend religieus neutraal openbaar onderwijs

Scheiding van staat en religie is ook scheiding van onderwijs en geloof.

Aangewakkerd door het weghalen van een kleine 600 kinderen uit de vermeende Gülen-scholen, is de discussie over het ‘heilige’ principe van de ‘vrijheid van onderwijs’ weer springlevend.

De Atheïstisch Seculiere Partij kiest al vanaf haar oprichting principieel voor het invoeren van uitsluitend religieus neutraal openbaar onderwijs. Al het onderwijs is openbaar en is voor iedereen vrij toegankelijk. Het onderwijs is altijd wetenschappelijk geborgd en wordt altijd pedagogisch-didactisch kwalitatief gefundeerd uitgevoerd.

Het openbaar onderwijs gaat uit van het gelijkheidsprincipe, de ontplooiing van ieders talenten die aansluiten op de ontwikkelingskwaliteiten en bij draagt aan brede oriëntatie op opleidings- en beroepsperspectieven. Uitsluitend religieus neutraal openbaar onderwijs legt een stevige basis van taal-, reken- en sociale vaardigheden, geografie, biologie en wetenschap. Burgerschapsvorming moet een essentieel onderdeel van het onderwijsprogramma en dient uit te gaat van het maatschappelijke erfgoed van historie, cultuur, wetenschap en techniek. Het is overduidelijk dat dit het beste kan plaatsvinden in een onderwijsomgeving die gericht is op sociale integratie en maatschappelijke socialisatie, die ingaat op de globalisering en inzicht te geven in alle culturen.

Lees meer

Regressieve politiek bestendigt de kansenongelijkheid in het onderwijs

Onderwijs bestendigt kansenongelijkheid

De verheffingsrol van het onderwijs heeft afgedaan. Dit blijkt uit het onderwijsverslag ‘De staat van het onderwijs’ van de onderwijsinspectie. De inspectie constateert dat het opleidingsniveau en de ingeschatte van ondersteuning door de ouders een subjectieve invloed heeft op het schooladvies dat de leerling krijgt van de leerkracht. De vooringenomenheid van de leerkracht zorgt voor het reproduceren van de sociaal maatschappelijk posities. Hiermee wordt talentontwikkeling van gelijkwaardige leerlingen in een vroeg stadium beperkt voor de zwakkeren in de samenleving.

Het schooladvies lijkt afhankelijk te zijn van de sociaal-culturele achtergrond van de ouders en minder van de objectiverende aanwezige capaciteiten van het kind zelf. Dit draagt bij aan de bestendiging van de bestaande sociale ongelijkheden. Onderwijs-sociologisch onderzoek geeft aan dat (1) een vroege onderwijsselectie; het moeten kiezen uit (2) verschillende onderscheidende onderwijsleerroutes plus (3) onvergelijkbare onderwijsprogramma’s, bijdragen aan een grotere ongelijkheid. Dit is een drievoudige opeenstapeling van ongelijkheidsfactoren van het huidige onderwijssysteem.

Lees meer